Bij een verzekering met een eigen risico blijft een deel van elke schade voor rekening van de verzekerde. Bij een eigen risico 'aan de voet' komt de schade die onder het eigen risico blijft niet voor vergoeding in aanmerking. Als de schade hoger is, dan brengt de verzekeraar het eigen risico op het schadebedrag in mindering.
Het doel van het eigen risico is dat de verzekeringnemer zelf belang heeft bij een gunstig schadeverloop. Een eigen risico kan de verzekeraar verplicht opleggen, maar soms kan de verzekeringnemer vrijwillig kiezen voor een (hoger) eigen risico. Als de verzekeringnemer een vrijwillig eigen risico kiest, krijgt hij een korting op de premie omdat de verzekeraar bij schade minder hoeft uit te keren.
Een eigen risico komt in vele vormen voor, zoals:
- een vast bedrag per gebeurtenis, zoals bij een autocascoverzekering;
- een vast bedrag per jaar, zoals bij de (verplichte) zorgverzekering;
- een percentage van de verzekerde som, zoals bij een stormschade op een gebouwenverzekering;
- een aantal dagen, zoals bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Ook een franchise is een bedrag of percentage van de verzekerde som. Als de schade beneden dat bedrag of percentage blijft, keert de verzekeraar niet uit. Als de schade gelijk is aan de franchise (de franchise 'raakt') of deze te boven gaat, wordt de schade volledig vergoed. Een franchise werkt als drempel voor de schadevergoeding. De franchise komt vooral voor bij de goederentransportverzekering.
Een eigen risico of een franchise heeft een belangrijk voordeel voor de verzekeraar: hij hoeft geen kleine schades, ook wel bagatelschades of -claims genoemd, te vergoeden. De verzekeraar bespaart hierdoor geld, omdat de behandeling van kleine schades meestal gepaard gaat met relatief hoge kosten.